Uitleg over het gebruik van gloeipluggen voor radiografische auto. boten, vliegtuigen enz.- www.twr-trading.nl
Een nitro motor loopt zolang de gloeiplug gloeit, c.q. tijdens het lopen moet de plug altijd gloeien. Om de motor te starten, zet je stroom op de plug, waardoor hij gaat gloeien.
Zodra de motor loopt, haal je de gloeiplug voorverwarmer / driver los van de plug, waardoor hij begint te doven, maar dan komt er weer vers mengel in de verbrandingsruimte, dat wordt ontstoken door de gloeidraad van de plug, die daardoor ook weer warmer wordt en dus blijft gloeien.
De warmtegraad van de plug bepaalt hoe snel de gloeidraad zijn warmte afstaat. Dat wil zeggen; een warme plug heeft een dunnen draad, die relatief lang door blijft gloeien als er niets gebeurt. Een koude plug heeft een dikkere draad die sneller zijn warmte afstaat, en dus ook sneller dooft als er geen warmtebron meer is.
Welke plug je moet gebruiken, hangt af van de motor en de brandstof die je gebruikt. Een koude plug met dik draad gaat niet zo snel kapot als een warme plug met dunner draad. Dus zou je zeggen: ik moet een koude plug hebben, die gaat langer mee. het probleem van een koude plug is echter dat vooral als de motor stationair draait (of op lage toeren) de gloeidraad nog maar nauwelijks gloeit. Als je dan gas geeft, komt er een hoeveelheid koud gas in de verbrandingsruimte, wat dan de plug "uitblaast", met als gevolg dat de motor afslaat. Hoe warmer de plug is ( lager nummer), hoe minder gauw dit zal gebeuren, omdat een warme plug langer fel blijft gloeien bij stationair lopen.
Als de plug echter te warm is ( te dunnen draad heeft), zal hij echter snel kapot gaan. Nu is een andere reden waarom een plug kapot gaat een te krap afgestelde motor. Als je dus veel last hebt van kapotte pluggen, moet je eerst kijken of de motor niet wat rijker afgesteld moet worden, voor je naar een koudere plug gaat.
Gloeipluggen zijn er dus in verschillende warmte graden. De warmte graad staat voor hoe fel de gloeidraad gloeit bij een bepaalde verbranding temperatuur, en heeft minder te maken met de buitentemperatuur. 
Voor gebruik in normale auto motoren tot 2.5cc en gebruik van brandstof met 16% nitro komen pluggen nr.3 (medium) in aanmerking. 
Hoog opgevoerde 2.5cc wedstrijd motoren en normale 3.5 tot 5cc motoren gebruiken standaard een nr. 4 plug